Column Iris Dracht: 'Training geven in coronatijd'

"Ik ervaar deze periode als leerzaam en zie nieuwe mogelijkheden ontstaan."

Iris Dracht - Medewerker digitalisering

30 april 2020

Normaal gesproken bezoeken mijn collega’s en ik op regelmatige basis Brabantse erfgoedinstellingen. We onderzoeken en bespreken met hen hoe zij hun collecties via Brabant Cloud op een betaalbare en toekomstbestendige manier kunnen opslaan én online toegankelijk maken voor een breed publiek. Sinds begin maart het thuiswerken de nieuwe norm werd, is deze werkvorm ineens niet meer mogelijk.

Door alle onzekerheden en zorgen over de toekomst zou je wellicht verwachten dat er geen vraag meer naar de digitaliseringsmogelijkheden voor collectiebeheer is. Het tegendeel is echter waar. Musea en heemkundekringen mogen nu geen bezoekers ontvangen of nieuwe tentoonstellingen presenteren en sommige grijpen de kans aan om extra tijd te besteden aan het registreren van hun collecties.

Zo komt het dat Erfgoedcentrum Het Tongerlohuys uit Roosendaal, al deelnemer van Brabant Cloud, begin april vraagt om een proefperiode voor het collectiebeheersysteem Memorix Maior. Het museum overweegt om via Brabant Cloud de overstap van Adlib naar Memorix te maken. Gewoonlijk zou ik de museummedewerkers in Roosendaal twee trainingen geven om Memorix Maior te leren kennen en gebruiken. Nu is dat uiteraard niet mogelijk en daarom bied ik als veilig en gezond alternatief aan met de twee deelnemers te videobellen. Hiervoor gebruiken we Microsoft Teams. 

Na de gebruikelijke opstartvragen (“Is iedereen er? Horen jullie mij? Zien jullie mij?”) gaat de training van start. En wat blijkt? Ik hoef voor de online variant geen grote aanpassingen of wijzigingen aan te brengen. Via schermdelen is het nog steeds mogelijk om iedereen mee te nemen door het programma en om mee te kijken met de museummedewerkers bij het oefenen. Wel heb ik de training in drie kortere sessies opgedeeld in plaats van twee dagdelen, zodat de museummedewerkers niet uren gefocust naar hun laptopscherm zitten te turen. En natuurlijk, de interactie is anders. Je moet na elkaar praten, soms zit er een kleine storing op de lijn en je mist een deel van de non-verbale signalen. Maar de inhoud van de training blijft hetzelfde als bij een sessie op locatie. Bovendien blijkt uit de vragen van de museummedewerkers dat de training aanslaat en interactie ook op deze manier mogelijk is. Sterker nog, deze keer kijken de museummedewerkers via schermdelen bewuster met elkaar mee in plaats van dat ze naast elkaar ieder hun eigen oefening uitvoeren.

Dat zet mij aan het denken. Ook voor de toekomst zie ik nu mogelijkheden voor deze manier van werken. Niet ter vervanging van bezoeken op locatie, maar als aanvulling. Bij vragen over Memorix Maior of Brabant Cloud van individuen of kleine groepen kan ik op deze manier direct en uitgebreid meekijken en meedenken. Zo ervaar ik deze periode ook als leerzaam en zie ik nieuwe mogelijkheden ontstaan.

Klik hier om de website van Brabant Cloud te bezoeken.