Frieda van Loon

Het verhaal van Frieda is een van de 104.000 persoonlijke drama’s uit de Holocaust in Nederland.

“Wacht maar! Als ze komen, dan ben jij de eerste die ze pakken!”, schreeuwt de NSB’er Evert Zwaan naar Isaäc van Loon, Joodse winkelier in Bergen op Zoom. De Duitse inval heeft nog niet plaatsgevonden, maar voor de NSB’er is er geen twijfel over wat er de Joden daarna te wachten staat.

Tekst loopt door onder foto.

Portretfoto Frieda van Loon. Bron documentatiecentrum voormalige synagoge Bergen op Zoom.

Portretfoto Frieda van Loon. Bron documentatiecentrum voormalige synagoge Bergen op Zoom.

Alle rechten voorbehouden

Ook Isaäc ziet de toekomst met steeds grotere wanhoop tegemoet. In de vroege uren van 16 mei 1940, een dag na de capitulatie van Nederland, hangt hij zichzelf op in zijn eigen winkel in de Boschstraat. Hij is een van enkele honderden Joden die na de Duitse inval geen andere uitweg meer zien dan de dood.

’s Ochtends wordt Isaäc gevonden door zijn vrouw Rosali en hun 15-jarige dochter Frieda. De schok is zo hevig dat ze daarna niet meer thuis boven de winkel durven te slapen, helemaal als er enkele weken later ook nog een brandend licht wordt gezien in het inmiddels verlaten pand. Niet lang daarna komt het pand overigens in bezit van dezelfde NSB’er Evert Zwaan.

Voor Frieda wordt het daarna alleen maar moeilijker. Op school zijn haar klasgenoten op de hoogte van de zelfmoord van haar vader. Als ze plots huilbuien krijgt, is de rest erg aangeslagen.

Frieda bezoekt op dat moment al enkele jaren het Sint-Gertrudislyceum in Roosendaal, een strenge school van de zusters Franciscanessen. Frieda hoeft op Sjabbat, de wekelijkse rustdag voor de Joden, niet naar school, maar ze moet de lessen wel inhalen.

Wanneer op 1 september 1941 de Duitsers verordenen dat alle Joodse kinderen naar speciale Joodse scholen moeten, probeert de burgemeester van Roosendaal en Nispen zich nog voor haar in te zetten. Ze is immers het enige Joodse meisje op de school, er is geen Joodse school in de buurt om haar naartoe te sturen en bovendien zit ze in het eindexamenjaar van de MMS. Het mag allemaal niet baten. Frieda wordt van school gehaald.

Tekst loopt door onder foto.

Gebouw van de voormalige synagoge aan de Koevoetstraat in Bergen op Zoom. Bron Brabants Historisch Informatie Centrum.

Gebouw van de voormalige synagoge aan de Koevoetstraat in Bergen op Zoom. Bron Brabants Historisch Informatie Centrum.

Begin februari 1942 verhuist Frieda met haar moeder naar Amsterdam, waar ze aan de Nieuwe Keizersgracht gaan wonen. Ze hopen dat het daar veiliger zal zijn, middenin de grootste Joodse gemeenschap van Nederland.

Dat blijkt een illusie. In de ochtend van 10 augustus 1942 is Frieda op weg naar het Centraal Station, als ze daar in de val loopt. Juist op dat moment wemelt het er van de SS’ers die een grote groep Joden op het station hebben samengedreven, opgepakt bij een razzia. Frieda wordt ter plekke gearresteerd en met de anderen gedeporteerd, eerst naar Westerbork en dan verder naar het oosten…

Nieuws van Frieda’s arrestatie bereikt kort daarna ook haar oude school in Roosendaal. Op een ochtend in september 1942 loopt de rectrix het klaslokaal in. De hele groep gaat stram in de houding naast de bankjes staan. “Gaan jullie maar zitten, meisjes”, zei ze. “Ik kom jullie zeggen dat Frieda van Loon is weggehaald om te gaan werken in de kwikmijnen in Polen.”

De hele klas is verbijsterd. “Wat moest Frieda toch in een mijn doen?!”

In werkelijkheid gaat Frieda niet naar de mijnen. Dat was een van de vele misleidende berichten die de nazi’s de wereld in stuurden over het lot van de afgevoerde Joden. De trein brengt haar naar Auschwitz, waar ze op 30 september 1942 wordt vermoord. Frieda is 17 jaar geworden.

Oproep

Het verhaal van Frieda van Loon is een van de 104.000 persoonlijke drama’s uit de Holocaust in Nederland. Allemaal verdienen ze het om verteld te worden. Allemaal verdienen ze het om in herinnering gehouden te worden.

Noord-Brabant telde in de jaren 1930-1945 ongeveer 4000 Joden. Slechts de helft van hen overleefde de Holocaust en hooguit enkele honderden bleven daarna nog in Nederland. In een stap naar beter inzicht van de ontwikkelingen die tot deze deprimerende aantallen hebben geleid, is in 2020 een nieuw onderzoek gestart naar de Jodenvervolging in Noord-Brabant tijdens de oorlog. In het bijzonder wordt daarin antwoord gezocht op de vraag in hoeverre sociale integratie heeft bijgedragen aan de kans voor Joodse Noord-Brabanders om de Holocaust te overleven.

Voor de controle en aanvulling van de gegevens van deze 4000 personen is de hulp van vrijwilligers hard nodig. Heeft u interesse om hieraan een bijdrage te leveren? Dan kunt u contact opnemen met Frank van Doorn:  frankvandoorn@erfgoedbrabant.nl.

Meer informatie over het onderzoek vindt u hier.

 

Bron: Anje van Buuren-Meinardi, De geschiedenis van Joodse families in Bergen op Zoom (2013), pp. 100-109.