Graslandbevloeiing bij de Pelterheggen

Een eeuwenoude akkerbouwtechniek in beheer bij Natuurmonumenten.

Zicht op vloeiweide in Pelterheggen. Foto Erfgoed Brabant.

Zicht op de pas gemaaide vloeiweide. Foto Erfgoed Brabant.

Alle rechten voorbehouden

Graslandbevloeiing is een techniek waarbij een systeem van beken, sloten en sluizen ervoor zorgt dat er kalk- en mineraalrijk water over glaslanden stroomt. Daarmee worden schrale zandgronden vruchtbaarder gemaakt tot malse graslanden voor de hooioogst. De techniek werd daarom in negentiende eeuw veel toegepast op de schrale zandgronden van zuidoost Brabant. De natte bodem is door de bevloeiing niet geschikt voor zware machines. Maaien en oogsten gebeurt daarom met licht materieel en met de hand.

Deze landbouwtechniek staat sinds 2021 op de inventaris van Immaterieel Erfgoed. Er zijn nog maar twee gebieden in Nederland waar deze techniek wordt toegepast. In Haaksbergen in Overijssel en bij de Pelterheggen in natuurgebied De Plateaux bij Valkenswaard op de grens van Nederland en België. Bij de Pelterheggen is Natuurmonumenten verantwoordelijk voor het onderhoud van de vloeiweides.

Actief beheer

Het in stand houden van vloeiweides vraagt veel aandacht. Boswachter Joris vertelt dat dit kleine gebied veel meer aandacht vraagt dan de honderden andere hectaren die Natuurmonumenten in het zuid-oosten van Nederland in beheer heeft. Grote bospercelen zijn redelijk onderhoudsvrij, maar vloeiweides vragen wekelijks en soms dagelijks aandacht. De boswachter moet voor het gebied een weekplanning maken om te zorgen dat de weides worden bijgehouden en gemaaid, de slootkanten worden gesnoeid (maar niet allemaal tegelijk i.v.m. behoud van de biodiversiteit) en in de sloten wordt de waterstand geregeld middels een heel aantal sluizen. Het grote snoeiwerk wordt gedaan door loonbedrijven en het wekelijkse onderhoud door een groep vrijwilligers. Het gras dat in de zomer gemaaid wordt, wordt verkocht aan boeren in de omgeving voor het wintervoeren van hun vee. Binnen Natuurmonumenten is deze rol als akkerbouwer redelijk uniek, maar zij zien het niettemin als hun taak om dit immaterieel erfgoed te behouden en actief te beheren.

Omdat deze werkwijze zo arbeidsintensief is, is het niet verwonderlijk dat boeren in deze regio en op andere schrale zandgronden in de twintigste eeuw overgingen op het gebruik van kunstmest en zware landbouwmachines, zodra deze op grote schaal beschikbaar kwamen. Daarmee luidde zij nagenoeg het einde in van deze duurzame landbouwmethode. 

Biodiversiteit, waterretentie en rijk voer.

De boeren die hier sinds 1851 vloeiweides hebben aangelegd deden dat voor het verbouwen van gras. Dat werd na de oogst overgebracht naar het kanaal Bocholt-Herentals een kleine vijf kilometer verderop. Van daaruit ging het naar Antwerpen om daar te worden verkocht als voer voor werkpaarden.
In 1982 heeft Natuurmonumenten het gebied van sloten en sluizen in beheer genomen en is het verwaarloosde weidesysteem in ere hersteld. Het primaire doel van Natuurmonumenten is echter niet de grasbouw maar het bevorderen van de biodiversiteit in het gebied. Die is sinds 1982 dan ook enorm toegenomen. 

Daarnaast helpen bevloeiingsgebieden bij het vasthouden van water. Waar landbouwgrond met kunstmest juist water moet afvoeren zodat de kunstmest blijft liggen en het land droog genoeg is voor zware landbouwmachines, is een waterbevloeiingsgebied altijd nat. Overtollig water, bijvoorbeeld na een zomerse hoosbui, kan worden vastgehouden zodat er geen wateroverlast ontstaat in bebouwd gebied. Het malse gras dat dit oplevert bevat ook allerlei andere planten zoals kruiden. De koeien die het gras te eten krijgen hoeven daardoor minder bijgevoerd te worden. Zo helpt deze oude landbouwtechniek op allerlei manieren mee aan een duurzamere omgeving.

Geen zwijnen

Overigens is niet alle biodiversiteit gewenst. Zo zijn de vloeiweides omringd door schrikdraad. Niet tegen nieuwsgierige wandelaars maar om de structuur van de weides te beschermen tegen de zwijnen die rondtrekken in het gebied. De weides liggen trapsgewijs zodat ze één voor één vanuit de bovenste weide onder water gezet kunnen worden. Elke weide heeft daarnaast een reliëf met een soort geulen ('zoefjes') die haaks op de sloot liggen. Zo verspreidt het water zich gelijkmatig over het land. Een groep zwijnen op zoek naar voedsel kan in één nacht dit hele reliëf om zeep helpen. 

Op de website van Natuurmonumenten staat een korte wandeling langs de vloeiweides.

Zicht op de vloeiweides met rechts vooraan een stuk ongemaaide sloot. Foto Erfgoed Brabant.

Gemaaide vloeiweides met rechts vooraan een deel van de sloot dat niet gemaaid is i.v.m. behoud van de biodiversiteit. Foto Erfgoed Brabant

Alle rechten voorbehouden